content.title

Woorden wegen: de kunst van inclusief schrijven

26 oktober 2023

Terug naar nieuws

Mag je dit nog wel zeggen? Die vraag duikt vaak op als het gaat om inclusief schrijven. Samen met opdrachtgevers zoeken we naar een taal die niemand uitsluit of discrimineert. En die íedereen aanspreekt, ongeacht gender of afkomst. Laat je hier bijpraten over stigma’s, synoniemen en sprekende verhalen.

Iedereen heeft er wel een mening over. Bevlogen pleitbezorgers noemen het een hoognodige omslag in hoe we communiceren. Terwijl critici zich hoofdschuddend beklagen over ‘taalzuivering’ en uitroepen dat je ook niks meer kan zeggen. Wat je er ook van vindt en hoe je het ook noemt – inclusief taalgebruik, genderneutraal communiceren, woke language – het is in de hele samenleving een hot issue geworden. En als het jouw rol is om content te (laten) maken, dan kun je zéker niet om dit thema heen.

Geen label opplakken

Wie schrijft voor doelgroepen in het sociaal domein, loopt al snel het risico om stigmatiserende taal te gebruiken. Want ja, het gaat in die context nu eenmaal veel over mensen die door anderen een negatief label opgeplakt krijgen. En zo’n label, dat is precies wat een stigma is. Voorbeelden te over: zorgmijder, borderliner, adhd’er, probleemjongere.


Zulke labels doen geen recht aan deze mensen, zijn kwetsend én kunnen hun herstel in de weg zitten. Want ze kunnen zorgen dat mensen zichzélf gaan labelen en beperken. Dat heet dan zelfstigma. Voor schrijvers in het sociale domein ligt dus een verantwoordelijkheid om zulke (zelf)stigma’s te voorkomen. Ook als je niet specifiek voor deze doelgroep schrijft.

Sparren over synoniemen

Steeds vaker sparren we met opdrachtgevers over dit onderwerp. Voor Kansfonds maken we het magazine Mede. Hiervoor schrijven we veel over mensen in kwetsbare situaties. Precies, geen kwetsbaren dus. Ook niet: verslaafden, daklozen of armen. Zij zijn bovenal mensen. Mensen zonder thuis, bijvoorbeeld. Mensen met een drugsverslaving of mensen in armoede. Mensen zíjn niet hun situatie, mensen bevínden zich in een situatie. Zo beschrijf je iedereen waardig, en maak je van iemand geen stereotype. Wel soms best lastig, zeker voor een schrijver die dingen graag bondig verwoordt. Fijne synoniemen zijn bijvoorbeeld ‘deelnemers’ of ‘kandidaten’ van een maatschappelijk project.

De hele mens laten zien

We merken dat de zorgorganisaties waar we voor werken heel sterk bewust zijn van stigmatiserende termen. Zoals Kwintes, waar destigmatisering hoog op de agenda staat (zie ook deze blog die we voor hen maakten). Samen bedenken we de best passende synoniemen. We vervangen cliënt bijvoorbeeld zoveel mogelijk door bewoner, deelnemer of oudere. En rondom diagnoses wegen we onze woorden op een goudschaaltje. Ook hier weer: iemand is geen autist, maar heeft autisme.


Trouwens, alleen zo’n aandoening noemen is niet genoeg. Schrijf liever over de persoon zelf. Hoe vinden mensen hun weg na een ontwrichtende ervaring? Hoe leren ze omgaan met een psychische kwetsbaarheid? Of hoe ziet zo’n herstelproces eruit? Het allerliefst doen we dat mét de mensen over wie het gaat, zoals in de verhalen voor GGZ Rivierduinen En als dat niet kan, proberen we ons zo goed mogelijk in te leven in hun situatie.

Niemand uitsluiten in je woordkeus

Ook bij de overheid is inclusief schrijven inmiddels de standaard. En onze commerciële opdrachtgevers buigen zich eveneens over dit thema, vaak onder de vlag van Diversiteit & Inclusie. Want natuurlijk willen zij dat iedereen zich thuisvoelt bij hun organisatie – zowel medewerkers als klanten. En dat begint bij een taalgebruik dat niemand uitsluit of bevoordeelt.


Een paar typische voorbeelden van inclusief schrijven:


NIET ZO MAAR ZO
collega gezocht (m/v) collega gezocht
mannen en vrouwen mensen
vader en moeder ouders
vriend/vriendin partner
topman CEO
honderd man honderd mensen
secretaresse secretarieel medewerker
een transgender een transvrouw/-man/-persoon

Sprekende verhalen vertellen

Tegelijk draait inclusief schrijven ook om de verhalen die je vertelt. Bijvoorbeeld dat een visuele beperking je niet in de weg hoeft te staan in je werk, zoals in deze testimonial voor Capgemini. Of hoe belangrijk het is dat je alle ruimte krijgt om te zijn wie je bent, in dit verhaal voor VodafoneZiggo. Het is voor onszelf ook inspirerend om zulke verhalen te horen en door te vertellen. Zo leren we elke dag bij als verhalenvertellers en contentmakers. En hopen we iets bij te dragen aan een wereld waarin iedereen zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelt.

Verder lezen?

‘Je kunt ook niets meer zeggen.’ Die uitspraak koos publicist Mounir Samuel als titel van zijn boek over een nieuwe manier van communiceren. Je vindt hierin een heel compleet overzicht van de manieren om inclusief te schrijven. Ook maakte hij de voor iedereen toegankelijke gids ‘Waarden voor een nieuwe taal’. Een mooi startpunt voor wie zich in dit thema wil verdiepen.